“De klik met Tijs was er meteen, hij is nu ‘one of the guys’ bij Barbas Bellfires. Zijn DNA paste duidelijk bij ons DNA, maar of dat nou komt omdat er Kempisch DNA bij zit?”
Gaby Paradiso is HR Manager bij kachelfabrikant Barbas Bellfires, ze kwam via het initiatief ‘Huis naar Werk’ in contact met Tijs van Limpt. Tijs werkte hiervoor bij een bedrijf in Nieuwkuijk, maar zocht een functie met meer regelmaat, misschien ook wel meer Kempisch. Die vond hij bij Barbas Bellfires: “Mijn werk is heel leuk en ik heb vaste uren. Ik zit nu in de montage, bij de gasbranders, het belangrijkste deel van de kachel. Het is duidelijk wat ik moet doen en wanneer het werk is afgelopen, dat vind ik allebei erg belangrijk. Dat heeft Mirjam goed opgepikt.”
Mirjam Broeders is Programmamanager bij het Kempisch Ondernemers Platform (KOP), ze begeleidt mensen van ‘Huis naar Werk’: “Voor een werkzoekende is de arbeidsmarkt best ingewikkeld, er zijn veel loketten waardoor je het ‘bos’ niet meer ziet. Een werkzoekende die aanklopt tijdens het inloopspreekuur ‘Huis naar Werk’ wordt persoonlijk begeleid in ons netwerk van Kempische werkgevers. Zo bouwen we aan een ’thuis’ voor mensen die zoekende zijn op de arbeidsmarkt.”
Hoe kwam Tijs bij jullie terecht?
“Merian Theuws van Centrum Jeugd en Gezin werd gebeld door Pascale, de moeder van Tijs. Ze vertelde dat Tijs op zoek was naar ander werk en Merian wist dat ik het inloopspreekuur ‘Van Huis naar Werk’ heb. Ik combineer daarin mijn rollen van loopbaancoach en Programmamanager, voor banen met extra begeleiding waarin je mensen duurzaam kunt plaatsen.”
Merian vult aan: “Tussen 2015 en 2017 ondersteunde ik de familie, maar toen Tijs 18 werd hield onze professionele relatie op. Ik stond natuurlijk nog steeds open voor vragen, dus toen zijn moeder mij benaderde over een baan voor Tijs had ik ze meteen aan Mirjam gekoppeld voor een kennismakingsgesprek.”
Hoe verliep het eerste gesprek?
Tijs vertelt enthousiast: “Het was heel persoonlijk. Ik moest aangeven wat ik leuk vind en op internet heb ik op advies filmpjes van Kempische bedrijven bekeken, zoals van Barbas Bellfires. Dat sprak me meteen aan, dus ik ben daar met Gaby gaan praten en het gevoel was goed. Gaby was ook flexibel en kon snel schakelen, we hadden snel een interessante functie gevonden.”
Gaby vult aan: “Ik krijg als HR-manager natuurlijk veel CV’s voor mijn neus, maar ik wil ook altijd de persoon leren kennen. We zijn een familiebedrijf, warm en informeel, en zo zijn we ook het gesprek in gegaan. Het belangrijkste is dat je uitgaat van de kracht van de kandidaat, wat heeft die persoon nodig? We kunnen een goede begeleiding geven, zijn teamleider Mark is bijvoorbeeld erg geduldig.”
Hoe gaat het contact met de collega’s?
“Volgens Mark is Tijs ‘one of the guys’ en is hij goed opgenomen in de groep. Hij is ook een opvallende persoonlijkheid en kan zich goed aanpassen. Mark vindt het belangrijk dat de juiste persoon op de juiste plek zit, dat is bij Tijs zeker het geval.” Tijs kan dat beamen: “De
meeste collega’s zijn wel wat ouder, maar ik heb met verschillende al een goede klik. Sommige werken er al lang, maar sommigen net als ik pas kort. Dat is beide wel plezierig.” Mirjam vult aan: “Bij een jonge werkzoekende is de steun en motivatie vanuit de ouders enorm belangrijk. Dat zie je bij Tijs ook wel, met steun van zijn ouders is er alles aan gedaan om hem op de juiste plek te krijgen. En dat is bij Barbas Bellfires duidelijk goed gelukt. Het Kempisch DNA heeft voor een goede match gezorgd.”
Wat is dat Kempisch DNA?
“Dat is een gevoel, niet lullen maar poetsen. Maar het gaat ook over bescheidenheid en samenwerking. De Kempische ‘ons-kent-ons’ mentaliteit is wel een valkuil, werkzoekenden moeten niet alleen worden aangenomen omdat ze uit het netwerk komen. We helpen bij het KOP ook graag kleine bedrijven, die misschien niet zo’n uitgebreid netwerk hebben.” “De match met Tijs was in elk geval goed. Hij begon op een woensdag en appte mij op zaterdag al dat de eerste dagen goed waren bevallen, dan smelt ik helemaal. Hij zit helemaal op de juiste plek, daar ben ik ook wel een beetje trots op. Zoiets kan alleen in de Kempen.”